Trending Now

Google Analytics for dummies: aan de slag (deel 1)

Is data niet jouw dada? Geen probleem, want dat is ook helemaal niet nodig om met Analytics te beginnen. De mogelijkheden zijn nagenoeg eindeloos, zeker als je de tijd hebt om je er in te verdiepen. Maar ook met een eerder beperkte kennis kan je al heel wat te weten komen. Een goed begin is het halve werk. De opstart van jouw account is die belangrijke eerste stap.

Het basisprincipe is eenvoudig. Met Google Analytics worden statistieken van een website verzameld en gedetailleerd weergeven. Het enige dat je nodig hebt, is een Google-account. Of als je niet met een Gmail-adres wilt werken, een inschrijving via je bestaande e-mailaccount.

AANMELDEN

Ga naar de startpagina van Google Analytics en kies voor ‘een account maken’. In het volgende tabblad kan je vervolgens op aanmelden klikken.

Daarna kan je beginnen met het aanmaken van je eerste account. Daarvoor vul je alle informatie over de door jouw te beheren site in. Het formulier ziet er als volgt uit:

 

UA-CODE

Eens alle gegevens zijn ingevuld en je akkoord gaat met de algemene voorwaarden, krijg je de trackingcode voor jouw site. Deze bevat de UA-code of tracking-ID, een korte reeks cijfers voorafgegaan door UA-. Het is de gehele trackingcode die nodig is om aan Analytics te laten weten naar welke account de data verzonden zal worden.

Je dient de trackingcode toe te voegen voor elke pagina waarvoor je gegevens wilt verzamelen. Gelukkig voorziet zowat elke CMS-toepassing een plug-in zodat je dit slechts eenmaal dient te doen voor jouw gehele website. WordPress-gebruikers kunnen bijvoorbeeld beroep doen op dit stappenplan. Maar een beetje developer zal dit ooit zonder enig probleem voor jou kunnen doen.

 

INSTELLINGEN

Voor je echt aan de slag gaat, stel je jouw account(s) op een zo goed mogelijke manier in. Elk accounts is verder opgedeeld in property’s en weergaven (of views als je voor het Engels als taalinstelling hebt gekozen). Elk domein krijgt zijn eigen account, elk subdomein zijn eigen property en binnen elke property heb je minstens 1 view. Al die beheerniveaus kan je terugvinden onder de tab ‘Beheerder’.

Er staat bij het aanmaken van een account, meteen een eerste property en weergave voor je klaar. Die ongefilterde (data)weergave kan je best behouden. Het geeft je namelijk de pure datafeed waarop alle data zichtbaar is. Als je met filters aan de slag gaat, zet deze dan ook niet op de standaardweergave.

 

WAT WIL JE WETEN?

Voor je verder gaat met het toevoegen van nieuwe property’s en weergaven, kan je best eerst vastleggen wat je allemaal juist uit de data van Analytics wil halen. Zo zal een community manager meer willen weten over het verkeer via sociale media of het traceren van wat er leeft binnen een community.

Toch zijn er een aantal instellingen die voor iedere gebruiker een meerwaarde betekenen. Hieronder vind je er drie terug.

#1 Verkeer van IP-adressen

We zijn allemaal best trots op ons eigen werk. Maar je eigen blog voor de 15de keer lezen, geeft een vertekend beeld van het zoekverkeer.

  • Kies bij weergave voor ‘Nieuwe weergave maken’ (en geef die een duidelijke naam)
  • Ga naar ‘Filters’ en klik op de knop ‘+ Filter toevoegen’
  • Ook hier neem je een duidelijke filter en hanteer je de volgende instellingen:
    • Filtertype selecteren: Uitsluiten
    • Bron of bestemming selecteren: Verkeer van de IP-adressen
    • Expressie selecteren: die gelijk zijn aan
    • En onder IP-adres jouw IP-adres
    • Opslaan

TIP: Soms kan het ook nuttig zijn het verkeer via het IP-adres van jouw klant te filteren. Dit kan op exact dezelfde manier gebeuren.

#2 Meten van intern zoekgedrag

Een erg handige optie, maar wel enkel beschikbaar voor sites met een ingebouwde zoekfunctie.

  • Onder weergave klik je op ‘Instellingen weergeven’.
  • Stel ‘Zoekopdrachten op site bijhouden’ onder Instellingen voor zoekopdrachten op site in op aan.
  • Daarna krijg je een nieuwe veld ‘Queryparameter’. Je kan dit snel testen door zelf een zoekterm in te geven en de URL die u dan krijgt te bekijken. Bij Google en de zoekopdracht VLCM is dit bijvoorbeeld q=vlcm. In dit geval is de parameter dus simpelweg q.

Wil je die resultaten bekijken ga dan in het linkermenu onder Rapporten naar ‘Gedrag’ en klik op ‘Zoekopdrachten op site’.

#3 Stel doelen in

Zonder enige twijfel zijn doelen één van de absolute pluspunten van Google Analytics. Ze worden gebruikt voor een contactformulier, het downloaden van een pdf of inschrijving voor een nieuwsbrief.

Er zijn heel veel mogelijkheden en dus ook heel wat verschillende doelen. De juiste instellingen voor een ingevuld contactformulier is eentje die vaak wordt gebruikt en verloopt als volgt.

  • Ga onder een weergave naar Doelen en klik op de knop ‘+ Nieuw doel’. Daar vind je een aantal templates. Maar kies onderaan de lijst voor ‘Aangepast’ (en vervolgens op Doorgaan).
  • Neem een duidelijke naam zoals Contactformulier
  • Onder Type selecteer je Bestemming (en weer Doorgaan)
  • Daar behoud je ‘Gelijk aan’ en geef je de bestemmings-URL in.
    • Het is de gehele URL zonder domeinnaam, die zal dus altijd met een / beginnen.
    • Je kan dit wel enkel goed meten als die URL uniek is. Het gaat dus om de bedankpagina na het invullen van het contactformulier. Is die URL hetzelfde als die van het formulier zelf, dan ziet Analytics geen verschil tussen een bezoeker die bij het formulier komt en een surfer die het ook effectief heeft ingevuld.

Heb je zelf nog een aanvulling op deze blog? Laat het dan gerust weten! Binnenkort mag je je alvast deel 2 verwachten. 

 

arrow