Trending Now

Accessibility? Da’s slim bekeken. Zo bereik je jouw ‘missing 20%’

Een internetgebruiker kijkt met een vergrootglas naar de website van VLCM.

Heb je je wel eens afgevraagd hoe iemand die blind is op het web surft of een smartphone gebruikt? Je hoeft namelijk helemaal niets te kunnen zien om een bestelling op Bol.com te plaatsen, online de krant lezen of via sociale media in contact te blijven met je vrienden — of met je favoriete brand, for that matter.

Twintig procent van de bevolking heeft een beperking die het gebruik van technologie bemoeilijkt. Zo hebben heel wat mensen moeite met kleuren onderscheiden, een aanraakscherm gebruiken of het begrijpen van moeilijke teksten.

Zou het niet geweldig zijn mocht je ook die missing 20% kunnen bereiken met jouw website, app, dienst of product? In dit artikel maak ik je wegwijs in de wereld van accessibility voor digitale content en geef ik je praktische tips die je meteen kan toepassen.

Wie zijn die Missing 20% dan?

Facebook alleen heeft wereldwijd meer dan twee miljoen blinde gebruikers. Maar blinden en slechtzienden zijn lang niet de enige consumenten met een beperking voor wie het internet en sociale media onmisbaar zijn geworden:

  • Slechtzienden en kleurenblinden hebben vaak moeite met kleine fonts en zwakke contrasten. Ook heel wat oudere gebruikers  — de zogeheten Silver Surfers — horen bij deze doelgroep.
  • Mensen met een motorische beperking vinden het lastig om een muis (of een aanraakscherm) te gebruiken. Zij zijn daardoor vaak aangewezen op het toetsenbord, spraakinvoer of speciale hardware (bv. in het geval van een gedeeltelijke verlamming die het gevolg is van MS of een andere spierziekte).
  • Slechthorenden en doven zijn — vanzelfsprekend — erg gebaat bij ondertitelde video’s. Veel mensen waarderen het ook als video-interviews een transcriptie (een uitgeschreven tekst) hebben.
  • Doven, voor wie Vlaamse Gebarentaal de moedertaal is en het Nederlands een tweede taal, hebben nood aan eenvoudige en beknopte teksten. Dat geldt ook voor dyslectici en lezers die onze taal (nog) niet goed beheersen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de grote groep Nieuwe Vlamingen.

“Allemaal goed en wel, maar wij hebben geen klanten met een beperking.”

Ben je daar heel zeker van?

  • Een beperking is vaak verborgen (denk aan dyslexie of kleurenblindheid), Juist deze onzichtbare beperkingen maken het gebruikers vaak knap lastig om digitale content te consumeren.
  • Je kan ook tijdelijk last hebben van een beperking (bv. wanneer je je arm gebroken hebt).
  • Een ‘beperking’ kan ook aan een specifieke locatie gebonden zijn: heb je je smartphone al eens op een zonovergoten strand proberen te gebruiken? Of een filmpje proberen te bekijken op een lawaaierige bus? Op die momenten ervaar je zelf hoe lastig het is om een (permanente) visuele of auditieve handicap te hebben.

Trouwens, heb je je eigen ouders — of grootouders — als eens geobserveerd tijdens hun online-avonturen? Bijzonder leerzaam. Moet je zeker eens doen!

Natuurlijk is het ook een kip-eisituatie: zorg ervoor dat je product toegankelijk is, en de mensen komen vanzelf. Verderop bespreek ik een mooie Britse case die dit bewijst.

“Wat levert een toegankelijke website mij op?”

In de eerste plaats: die missing 20% zijn net zo goed consumenten die geld te besteden hebben, of ze nu een beperking hebben of niet. Wist je dat meer dan 50% van de 50-plussers tegenwoordig online shopt en dat hun bestedingsbudget aanzienlijk hoger ligt dan dat van jongere (en wellicht digitaal vaardigere) internetgebruikers? Dat staat te lezen in het European E-commerce Report 2017.

Logisch, toch?

Als je erover nadenkt, is het aanbieden van toegankelijke digitale content dus een heel logische en economische keuze die (ten onrechte) wel eens afgedaan wordt als een blijk van sociale verantwoordelijkheidszin, of iets waar enkel de overheid op zou moeten letten.

Eigenlijk is het heel logisch: als jouw website of app onvoldoende toegankelijk is, riskeer je dat een deel van je klanten of bezoekers zal gaan aankloppen bij je concurrent.

De toegankelijkste bank ter wereld

Je klanten in de armen van je concurrent drijven, dat wil toch niemand? Toch is dat precies wat Britse grootbanken is overkomen.

Ongeveer 70% van alle blinde en slechtziende Britten — en dat zijn er meer dan 360.000 — is vandaag klant bij Barclays Bank. Sterk, he? Dat heeft alles te maken met het niet-aflatende engagement van Barclays om al haar klanten een zo toegankelijk mogelijke ervaring te bieden. Barclays’ website, app en andere touch points zijn stuk voor stuk schoolvoorbeelden van wat wij in het vak Inclusive Design noemen, en vormen een inspiratiebron voor andere Europese banken. Barclays won er in 2013 zelfs de AbilityNet Accessibility Award voor.

In Nederland hebben banken als ING en Rabobank dat ook begrepen, en maken op dit moment een grote inhaalbeweging om met name hun mobiele apps toegankelijker te maken voor ouderen en klanten met een visuele beperking.

En, nee: het gaat natuurlijk niet enkel om banken. Iedere organisatie kan het verschil maken met een toegankelijk product.

“Goed, ik ben overtuigd. Wat moet ik doen?”

Wel, het garanderen van de functionele toegankelijkheid van je site of product, da’s een taak die in de eerste plaats weggelegd is voor website-bouwers (UX Designers en front-end developers).  Daar hebben we het verder niet over in dit artikel, maar op de website van AnySurfer vind je een handige checklist in het Nederlands die je bijvoorbeeld aan een web agency kan bezorgen. Een aantal agencies is al goed vertrouwd met de richtlijnen, bijvoorbeeld dankzij het partnerprogramma van AnySurfer.

Maar, wat ben je met een toegankelijk platform als de content niet toegankelijk is voor een deel van je gebruikers? Die moet immers voor iedereen waarneembaar én begrijpelijk  zijn. Daar kan jij, in je rol van content creator, digital creative, community manager of social-media-expert een verschil maken.

Vijf dingen waar je vandaag op kan letten

Zoals gezegd, focussen we ons op niet-technische dingen. Dit is uiteraard geen exhaustieve lijst, maar je komt er al een heel eind mee.

1. Zorg ervoor dat gebruikers of klanten op verschillende manieren met je organisatie in contact kunnen komen

Als je doof bent, kan je niet zomaar even bellen. Als je dyslectisch bent, grijp je net veel sneller naar de telefoon. Als je een visuele handicap hebt, is een live chat erg lastig te gebruiken, en vind je het wellicht handiger om te mailen of een tweet te sturen.

Zorg er dus voor dat mensen via zoveel mogelijk kanalen met je organisatie in contact kunnen komen.

Dat lijkt een basisprincipe, maar toch loopt het daar al vaak mis. Op The Quiet Musing (het blog van Darice de Cuba), een Nederlandse content manager die toevallig ook doof geboren is, las ik een sterk verhaal over waarom zij voor late night cravings niet langer een Deliveroo-bezorger op pad stuurt, maar concurrent Thuisbezorgd.nl gebruikt.

2. Ondertitel video’s

Een doorgewinterd social media-expert weet natuurlijk al jaren dat video’s mét ondertitels beter scoren op Facebook. In 2015 verscheen in Inc., de toonaangevende zakelijke publicatie, The Biggest Mistake You’re Making On Facebook:

“Some brands still haven’t caught on and are losing viewers because they’re not creating videos with the assumption that the first few seconds will play without sound.”

Bijna 70% van de video’s op Facebook wordt op smartphones bekeken. Je kijker kan dus letterlijk overal zijn: op een lawaaierige trein, of in een muisstille bibliotheek. En als ze een koptelefoon op hebben, is de kans groot dat ze liever Spotify blijven luisteren tijdens het Facebooken.

Niemand kijkt graag naar een stomme film. Daarom raadt de auteur van het artikel aan om al vanaf de eerste seconde ondertitels in beeld te tonen. Anders ben je haastige Facebook-gebruikers onmiddellijk kwijt.

En — juist, ja — je bewijst er ook dove en slechthorende kijkers een grote dienst mee. Volgens Doof Vlaanderen, voorheen gekend als de Federatie van Vlaamse DovenOrganisaties, hoort dertig procent van de Vlamingen minder goed en heeft vijf procent een ernstige gehoorstoornis.

Ondertitelen in de praktijk

YouTube maakt het haar gebruikers tegenwoordig een stuk gemakkelijker en biedt een uitstekend gratis hulpprogramma aan om ondertitels toe te voegen aan je eigen video’s. Een tip hierbij is om eerst de automatische tekstherkenning los te laten op je video — die zal in de praktijk voor hilarische fouten zorgen — en die vervolgens te corrigeren. Zo bespaar je flink wat tijd (en kan je ondertussen eens goed lachen).

Screenshot van een automatisch ondertitelde YouTube video. Je ziet een onschuldige scene uit een tekenfilm en de ondertitel luidt: "Jews exploded for no reason.
YouTube’s automatische ondertitels zijn nog niet perfect 😯

Als je een ander platform gebruikt of video’s zelf host, wordt het een stuk lastiger. Ondertitelen is een kunst op zich. AnySurfer biedt een opleiding aan over het toegankelijk maken van online-video.

3. Geef foto’s een alternatieve beschrijving — zéker als ze tekst bevatten

Computers en smartphones zijn (nog) niet slim genoeg om de inhoud van afbeeldingen betrouwbaar te interpreteren en voor te lezen aan gebruikers die ze niet kunnen zien. Daarom voeg je best alternatieve beschrijvingen toe aan afbeeldingen op websites (en in tweets, maar straks meer daarover).

Die beschrijvingen — alt-attributen voor de techneuten — verschijnen niet op het scherm, maar worden wel opgepikt en voorgelezen door de screenreaders die blinden gebruiken. Ook zoekmachines als Google pikken ze op, waardoor het sowieso een goed idee is om ze consequent toe te voegen. Zeker wanneer je afbeeldingen van tekst gebruikt — zoals advertenties die je bijvoorbeeld voorbereid hebt in Photoshop. Elke SEO-expert zal het je aanraden.

Enkele vuistregels voor goeie alternatieve teksten
  1. Hou de beschrijving beknopt en gebruik eenvoudige taal. De kleur van iemands haar of ogen hoef je bijvoorbeeld niet te beschrijven, tenzij dat echt relevant is in de context van het artikel.
  2. Volzinnen zijn meestal niet nodig. Vaak volstaan enkele woorden. Beperk de beschrijving tot ongeveer 80 karakters.
  3. Start de beschrijving niet met Afbeelding van…, Hier ziet u… of Foto: … Screenreaders die blinden gebruiken, kondigen zelf aan wanneer ze de beschrijving van een afbeelding gaan voorlezen.

Toegegeven, het is een uitdaging om bijvoorbeeld een animated GIF te beschrijven, maar waarom zou je het niet proberen? Blinden hebben ook een gevoel voor humor 😃

Interviewster vraagt aan Stevie Wonder: "Hoe gaat u om met uw handicap?" Stevie antwoordt: "Blind zijn is niet het einde van de wereld. Gelukkig ben ik niet zwart."
Tip: Zet VoiceOver aan om de beschrijving van onderstaande GIF zelf te horen. Op de website van Apple lees je hoe dat moet: Toegankelijkheidsinstructies gebruiken op de iPhone, iPad en iPod touchAndroid-gebruikers zetten hiervoor de TalkBack-functie aan.
Alternatieve teksten op websites

Als je een CMS als Drupal of WordPress gebruikt, vind je daarin sowieso een veld om een afbeelding te beschrijven. En als je webbouwer dat niet voorzien heeft, heb je een reden om hem op de vingers te tikken.

En op Twitter?

Op Twitter kan het ook, maar je moet er wel een instelling voor aanvinken op Twitter.com. Helaas bieden tools als HootSuite en Tweetdeck nog geen ondersteuning voor deze (relatief) nieuwe Twitter ‘feature’. Sinds 15 november is ondersteuning voor alternatieve teksten in Buffer ook een feit. Beter laat dan nooit 🙂

Maar, als je dus twittert via Twitter.com, kan je deze feature aanzetten:

  • Open het menu Profile and Settings door rechtsboven op je profielfoto te klikken
  • Kies daar Settings and privacy (of gebruik deze link, als je al ingelogd bent op Twitter.com)
  • Helemaal onderaan zie je een tab Accessibility. Klik hierop en vink Compose image descriptions aan.
Screenshot van Twitter.com. Afbeelding met alternatieve tekst 'I see you are eating spaghetti with a white shirt. I too like to live dangerously.'
Als je een afbeelding in een tweet sleept en erop dubbelklikt, kan je hier de alternatieve tekst invullen.
Wat met Facebook?

Da’s een ander verhaal. Facebook heeft sinds vorig jaar een functie die ze Automatische alternatieve tekst noemen. Met de hulp van artificiële intelligentie en machine learning kan Facebook automatisch foto’s beschrijven voor blinden en slechtzienden, ook in het Nederlands. Best cool.

Bijvoorbeeld: een foto van mensen op het strand kan automatisch voorgelezen worden als:

Deze afbeelding bevat drie mensen, lachend, op het strand, overdag.

Helaas voert Facebook geen automatische tekstherkenning uit op foto’s van tekst, maar ze hebben wel aangekondigd dat te gaan doen in de toekomst.

Op zich is het een coole feature, maar het betekent wel dat je zelf geen controle hebt over hoe je foto’s opgelezen zullen worden voor blinde gebruikers. Daarom is het sowieso een goed idee om in de tekst bij of onder de foto toe te lichten wat afgebeeld is. Zeker als de foto tekst bevat.

4. Kies goeie contrasten

Een goed kleurcontrast zorgt ervoor dat kleurenblinden en slechtzienden teksten gemakkelijker kunnen lezen. Ook gebruikers van smartphone met een klein (of slecht) scherm en/of in slechte lichtomstandigheden zullen je dankbaar zijn.

Rood-groen-kleurenblindheid komt het vaakst voor (bij 1 op 20 mannen), maar er zijn ook andere kleurcombinaties die voor problemen kunnen zorgen. Omdat je nooit door de ogen van iemand anders kan kijken, baseer je je best nooit op je eigen waarneming om te beslissen of een kleurencombinatie voor iedereen goed leesbaar is.

Kleurcontrasten kan je eenvoudig en objectief controleren met allerlei gratis tools. Zelf ben ik fan van deze Colour Contrast Analyser (oudje, maar goedje) van The Paciello Group en van de Sketch-plugin Stark.

Enkele voorbeelden van goede en slechte kleurcontrasten (tekst op soldie achtergrond)
Wat je zelf best goed leesbaar vindt, is voor mensen met kleurenblindheid vaak net heel lastig te lezen.

5. Schrijf heerlijk helder

Meer dan 500.000 volwassen Vlamingen — waaronder een grote groep nieuwe Vlamingen — heeft veel moeite met lezen en begrijpen. Schrijven voor een zo breed mogelijk publiek is best lastig. Dit zijn enkele vragen die je jezelf kan stellen voor je een artikel, tweet of Facebook-bericht de wereld instuurt:

  • Kunnen de zinnen grammaticaal eenvoudiger? Let op met te lange bijzinnen en tangconstructies en vermijd passieve zinsconstructies.
  • Heb je heldere titels en tussenkoppen gebruikt? Gebruik je lijstjes voor opsommingen?
  • Staan er geen dubbelzinnigheden in je tekst? Met beeldspraak en woordgrapjes hebben dyslectici en anderstaligen het vaak lastig.
  • Misschien heeft je lezer helemaal geen voorkennis of is hij niet vertrouwd met het jargon in jouw sector, bepaalde productnamen of afkortingen. Vermijd die dan ook.

Voor meer tips kan je terecht bij Wablieft, het centrum voor klare taal.

Conclusie: accessibility ligt binnen handbereik

Je merkt dat toegankelijke content creëren vooral een kwestie is van je gezond verstand gebruiken. Een goed inlevingsvermogen hebben, helpt ook. Toegegeven, soms moet je er wat extra moeite voor doen, maar vergeet niet: je bereikt er je missing 20% mee.

Roel Van Gils

Roel is een onafhankelijk UX en Accessibility Consultant. Sinds 2003 helpt hij overheden, banken, mediabedrijven en start-up's om websites, apps en services te ontwerpen die iedereen snapt en gemakkelijk kan gebruiken.
arrow